Home>How to Pronounce Dutch Words>Page 20

Browse Dutch Words in our Pronunciation Dictionary. Page 20

darm
darmkanker
dart
dartbord
dartel
darten
darts
das
dashboard
dat
Dat hangt ervan af
dat is
Dat is alles
Dat is een geweldig idee
Dat is fijn om te horen
Dat is geen excuus
Dat is geen probleem
Dat is geen slecht idee
Dat is genoeg
dat is genoteerd
Dat is goed
Dat is grappig
Dat is het
Dat is iets heel anders
Dat is in orde
Dat is interessant
Dat is jammer
Dat is juist
Dat is lang geleden
Dat is niet eerlijk
Dat is niet precies wat ik bedoel
Dat is niet waar
Dat is prima
Dat is te duur
Dat is te veel
Dat is verkeerd
Dat is waar
Dat is zeer vriendelijk van u
Dat klopt niet
Dat maakt het verschil
dat niet lukt
Dat vind ik een fantastisch idee
Dat ziet er goed uit
Dat ziet er weerzinwekkend uit
data verzamelen
databank
dataoverdracht
daten
dateren van vóór
dating website
datingadvies
datum
datumstempel
dauphin
dauw
De aandacht afleiden
de aandacht vestigen op
de afwas doen
de andere
de andere dag
de bus pakken
de controle krijgen
de dag beginnen
de deur dichtslaan
de een na de ander
de enige echte
De focus worden
de goede zeden
De hele dag
de hele dag lang
de hele middag
de hele nacht
de hele ochtend
de hele week
De helft van de maat
de helft van de tijd
de hoek omslaan
de hoop opgeven
De indruk krijgen
de jouwe
de kost verdienen
de kosten dekken
de kwaliteit verbeteren
de laatste
de laatste tijd
de leefomstandigheden verbeteren
de leiding hebben
de leiding nemen
de liefde bedrijven
De lijn is bezet
de meeste mensen
de mensheid
de mijne
de moeite waard
de nacht doorbrengen
de nevel
de ontwikkeling beïnvloeden
De ontwikkeling vergemakkelijken
De onze
de planten water geven
de rechten van minderheden
de reden waarom
de regels overtreden
de rest van
de rol op zich nemen
De taak uitvoeren
de tel kwijt
de temperatuur meten
De theorie toepassen
de tijd voorbij
de toegang ontzeggen
de trekker overhalen
de uitkomst beïnvloeden
de volgende dag
De volgende keer
de voorkeur geven aan
de vuilnis buiten zetten
de was
de was doen
De zaken gaan goed
de-escalatie
de-escaleren
deactiveren
deactivering
deadline
debacle
debat
debatclub
debater
debetkaart
debiteren
debonair
debriefen
debuggen
debugger
debutant
debutante
debuut
debuut album
decaan
decaan van de wetenschap
decaan van studenten
decadent
decadentie
decanteren
december
decennium
decentralisatie
decentraliseren
decibel
decimale
decimale punt
decimaliseren
decimeren
declamatie
declamatorisch
declameren
declaratoir
declasseren
declinatie
decodeerbaar
decoderen
decodering
decongestivum
decor
decorateur
decoratie
decoratief
deductief
deductieve redenering
deeg
deegachtig
deel
deelbaar
deelname
deelnemen
deelnemer
deeltijd
deeltijdse job
deeltje
deelwoord
Deen
Deens
Deens gebak
defaitist
Defang
defect
defecte
defensie beleid
defensief
defibrillator
defilé
definiëren
definitie
definitief
definitieve antwoord
deformatie
deftig
degene
degeneratie