Afrikaans
Arabic
Basque
Bengali
Bulgarian
Catalan
Chinese Traditional
Czech
Danish
Dutch
English
Filipino
Finnish
French
Galician
German
Greek
Gujarati
Hebrew
Hindi
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Kannada
Korean
Latvian
Lithuanian
Malay
Malayalam
Marathi
Norwegian
Polish
Portuguese
Punjabi
Romanian
Russian
Serbian
Slovak
Spanish
Swedish
Tamil
Telugu
Thai
Turkish
Ukrainian
Vietnamese
Home
About
Contact Us
Home
>
How to Pronounce Dutch Words
>
Page 9
Browse Dutch Words in our Pronunciation Dictionary. Page 9
Beiers
beige
beignet
beïnvloedbaar
beïnvloeden
beïnvloeder
Beiroet
beitel
bejaarde
bejaardentehuis
bek
bekend
Bekend gezicht
bekend maken
bekendheid
bekentenis
beker
bekervol
bekijken
bekken
bekladden
beklagen
beklimmen
beklimming
beknopt
beknoptheid
beknotten
bekostigen
bekrachtiging
bekritiseren
bekrompen
bekronend moment
bekwaam
bekwaamheid aantonen
bel
Bel de politie
Bel een ambulance
bel een dokter
Bel een vergadering
Bel je vanaf een vaste lijn?
Bel me
Bel me alsjeblieft
Bel me terug
belachelijk
belachelijk maken
beladen
belang
belangeloos
Belangen verdedigen
belangenbehartiging
belanghebbende
belangrijk
Belangrijk aspect
belangrijk element
belangrijk nieuws
belangrijk onderdeel
belangrijk programma
belangrijke bijdrage
belangrijke bron
Belangrijke factor
belangrijke kwestie
belangrijke oorzaak
belangrijke rol
Belangrijke stap
belangrijkste evenement
Belangrijkste factor
belangrijkste focus
belangrijkste kenmerken
belangrijkste reden
belastbaar
belastend
belasteren
belasting
belastingbetaler
belastingontduiking
belastingvrij
beledigd
beledigen
beledigend
belediging
beleefd
beleefdheid
belegeraar
belegeren
belegering
beleid
belemmeren
belemmerend
belettering
belfort
Belg
België
Belgrado
belichamen
belichaming
belijden
Belize
bellen
beller
belofte
belonend
beloning
beltoon
beluchten
bemand
bemanning
bemanningslid
bemiddelaar
bemiddelen
bemiddeling
beminnelijk
beminnelijkheid
bemoedigend
Bemoei je met je eigen zaken
bemoeial
bemoeien
bemoeienis
bemonstering
Ben je alleen hier?
Ben je alleen?
ben je allergisch voor iets?
Ben je Amerikaan?
Ben je bang voor ze?
Ben je bang?
Ben je bezig?
Ben je boos op me?
Ben je een student?
Ben je getrouwd?
Ben je hier al lang?
Ben je hier eerder geweest?
Ben je in Boston geweest?
Ben je in orde?
Ben je klaar met studeren?
Ben je klaar?
Ben je met je familie gekomen?
Ben je moe?
Ben je morgen vrij?
Ben je nu aan het werk?
Ben je nu klaar om te eten?
Ben je nu vrij?
Ben je oke?
Ben je onwel?
Ben je op Skype?
Ben je serieus?
Ben je tevreden nu?
Ben je vrij vanavond?
Ben je wakker?
Ben je ziek?
Ben je zwanger?
benadeeld
benadering
benadrukken
benaming
benarde situatie
benauwd
benauwdheid
bende
beneden
Benedictijner
Bengaals
Bengalen
bengelen
benig
benijdenswaardig
Beninees
benodigdheden
benoemd tot directeur
benoemd tot minister
benoemd tot secretaris
benoemen
Bent u daarin geïnteresseerd?
Bent u zich daarvan bewust?
benutten van het potentieel
benzine
benzinestation
benzineverbruik
beoefenaar
beoordeeld
beoordelaar
beoordelen
beoordeling
bepaald
bepaald lidwoord
Bepaalde aannames
bepaalde hoeveelheid
Bepaalde kenmerken
bepaalde omstandigheden
bepalen
bepalend
bepalend kenmerk
Bepalende factor
bepaler
bepaling
beperken
beperkend
beperking
Beperkingen opleggen
beperkt
beperkt aantal
beperkt houdbaar
previous
5
6
7
8
9
10
11
12
13
next