Afrikaans
Arabic
Basque
Bengali
Bulgarian
Catalan
Chinese Traditional
Czech
Danish
Dutch
English
Filipino
Finnish
French
Galician
German
Greek
Gujarati
Hebrew
Hindi
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Kannada
Korean
Latvian
Lithuanian
Malay
Malayalam
Marathi
Norwegian
Polish
Portuguese
Punjabi
Romanian
Russian
Serbian
Slovak
Spanish
Swedish
Tamil
Telugu
Thai
Turkish
Ukrainian
Vietnamese
Home
About
Contact Us
Home
>
How to Pronounce Dutch Words
>
Page 25
Browse Dutch Words in our Pronunciation Dictionary. Page 25
Duits
Duitsland
duivel
duivels
duiventil
duizelig
duizelig voelen
duizeligheid
duizend
duizend jaar
duizendpoot
duizendste
dummy
dumpen
dun
dunbevolkt
dunken
dunne darm
dunne lijn
dunner
dunschiller
duo
dupe
duplex
duplexer
duplicaat
duplicatie
dupliceerder
dupliek
durf
Durf je niet
durven
durven zeggen
Dus
Dus?
Dushanbe
dusver
dutje
duur
duurzaam
duurzaamheid
duw
dvd-speler
dwaas
dwaasheid
dwalen
dwalend
dwang
dwars
dwarsbalk
dwarsbomen
dwarsdoorsnede
dwarslaesie
dwarsstuk
dweil
dwerg
dwingen
dwingend
Dwingende reden
dynamiek
dynamiet
dynamisch
Dynamisch proces
Dynamisch systeem
dynamo
dynastie
dynastiek
dysenterie
dyspepsie
dyspeptisch
e-boek
e-business
e-mailen
E.H.B.O
eb
ebbehout
echelon
echo
echoën
echografie
echt
Echt niet
echte leven
echte liefde
echte naam
echte tijd
echte vriend
echte wereld
echtelijk
echtelijke
echter
echtgenoot
echtpaar
eclair
ecologie
ecologisch
ecologische voetafdruk
ecoloog
economie
economie pakket
economisch
economisch beleid
Economisch model
Economisch succes
economisch systeem
economische analyse
Economische betrekkingen
economische crisis
economische groei
Economische hervorming
economische integratie
economische middelen
Economische sector
Economische stabiliteit
economische welvaart
economische Zaken
econoom
ecosysteem
Ecuador
edele
edelman
edelmetaal
edelsteen
Eden
edict
editie
editor
Educatief onderzoek
Educatief programma
Educatief spel
educatieve setting
eekhoorn
eelt
een
een aanbod afwijzen
een aanpak aannemen
Een aanpak ontwikkelen
een aantal
een aantekening maken
een advertentie beantwoorden
een afspraak maken
Een analyse uitvoeren
een andere
een baan aanbieden
Een baan verliezen
een baby hebben
een baby verwachten
een back-up maken
een bad nemen
een bal vangen
een bank beroven
een bed
een bedrijf runnen
Een beetje
een beetje anders
Een beetje beter
een begroting in evenwicht
een belofte breken
een belofte houden
Een beslissing nemen
een betekenis overbrengen
een bezoek brengen
een bijdrage leveren
een boete betalen
een boodschap doen
een brief beantwoorden
een campagne lanceren
een cheque schrijven
een conclusie trekken
Een conferentie bijwonen
Een conferentie houden
een contract beëindigen
een dagboek bijhouden
een deadline missen
Een deadline verlengen
een deal afsluiten
een deal maken
een derde
een doel bereiken
een doel stellen
een doelpunt maken
een dokter raadplegen
een douche nemen
een drankje doen
een dutje doen
een effect hebben
een eind maken
Een element bevatten
een en dezelfde
een evenement organiseren
een examen maken
Een fijne dag verder
een formulier invullen
een fortuin uitgeven
een fortuin verdienen
een fortuin waard
een fout maken
een functie vervullen
een gebied bestrijken
een gek gezicht trekken
previous
21
22
23
24
25
26
27
28
29
next